Stilstaan bij Jezus’ laatste woorden

In de Lijdensweek, ook wel de Goede Week genoemd, leven we toe naar het sterven van Jezus (vandaar: Lijdensweek) en naar de vreugde van Pasen (vandaar: Goede Week). Elke dag staan we stil bij woorden van Jezus, die hij hangend aan het kruis, gesproken heeft.

De azijn die ze Jezus te drinken gaven toen hij dorst had, zal de dorst niet echt gelest of de pijn verzacht hebben. Maar ze gaf hem voldoende kracht om nog twee zinnetjes te kunnen zeggen, waarvan we nu naar het eerste luisteren: Het is volbracht. Wat bedoelt hij? Tegen wie heeft hij het?

Wie Psalm 22 doorleest, herkent daarin ogenblikkelijk het tafereel van een kruisiging: iemand wiens handen en voeten doorboord zijn, die dorst lijdt en wiens botten geteld kunnen worden. Opeens komt er een ommekeer en ziet de stervende uit naar een toekomst waarin hij met zijn broeders Gods lof zingt. Om te besluiten met: God heeft het gedaan. De Heer heeft het volbracht (Willibrordvertaling).

Jezus wordt wel de tweede mens genoemd. Anders dan de eerste mens luisterde hij alleen naar de stem van God. Ook de laatste beproeving – door God in de steek gelaten worden – bleek niet in staat hem anders dan uit liefde te laten handelen en spreken. De tweede mens kan het begin zijn van een nieuwe schepping, vol gerechtigheid en vreugde.

Die nieuwe schepping, dat nieuwe leven, wil hij delen met hen die hij zo liefheeft. Hij zal afdalen tot waar zij zijn: in de dood, gescheiden van God. Om ze uit te leiden in het leven! Alle voorbereidingen zijn volbracht. Niets heeft Jezus van zijn doel kunnen afbrengen.

Wat betekent die zegekreet voor mij?
Het is volbracht
(Johannes 19:30)

 

Het is volbracht
Getagd op: