Als Maria hoort dat ze zwanger wordt, gaat ze naar haar verwante Elisabet. Die woont – volgens de overlevering – in Ein Karem, een dorpje even ten zuidwesten van Jeruzalem. In de moderne tijd is het door de uitbreiding van Jeruzalem een buitenwijk van de grote stad geworden.

Deze Elisabet was ondanks haar hoge leeftijd al 6 maanden zwanger. Dat kwam zo. Ze en haar man hadden gehoopt kinderen te krijgen, ervoor gebeden ook. Maar nu zijn ze te oud zijn om nog kinderen te kunnen krijgen. Maar toen haar man, Zacharias, als priester in de tempel bezig was bij het reukofferaltaar, verscheen hem een engel. Die beloofde hem en zijn vrouw blijdschap en vreugde: ze zouden een zoon krijgen (Lukas 1:13-14). En Elisabet is zwanger geworden ….

Dat was al 6 maanden geleden. Maria gaat naar haar toe en zal 3 maanden bij Elisabet blijven – tot de geboorte van het kind.

Maria valt bij aankomst in het huis van Zacharias een opmerkelijk welkom ten deel (Lukas 1:41-44). Elisabet heet haar welkom. Natuurlijk is ze blij dat Maria haar in de laatste maanden van haar zwangerschap komt bijstaan. Maar de oorzaak van haar vreugde is nog meer het kind dat Maria bij zich draagt. Elisabet weet in een flits dat dit kind zo anders is dan andere kinderen. Door de heilige Geest weet ze dat dit kind haar Heer is! En niet alleen zij verheugt zich. Het nog ongeboren kind in haar schoot, dat later de naam Johannes krijgt, bijgenaamd de Doper, springt van blijdschap op! Van hem was al gezegd, dat hij een belangrijke rol zal krijgen in de heilsgeschiedenis (Lukas 1:15-17). Hij moet Gods volk klaar maken om de Heer te ontvangen, die als de “Messias” (Hebreeuws voor “Christus”) zal komen en het hele volk van Israël blij zal maken (Lukas 2:10-11).

Maria antwoordt op die onverwachte begroeting met woorden die wij kennen als de “Lofzang van Maria”. Daarin gaat het over de blijdschap die God schenkt, omdat Hij omkijkt naar nederige mensen en grote dingen doet aan mensen die eerbied voor God hebben. Hij voorziet in de nood van hongerigen en is barmhartig.

Drie maanden later is Johannes geboren. Al die tijd hebben we Zacharias niet gehoord – hij kan sinds zijn ontmoeting met de engel niet meer praten. Maar bij het zien van Johannes vindt hij de spraak terug en verheugt zich over 2 kinderen: het nog ongeboren kind wordt eerst genoemd (Lukas 1:68-73), omdat Hij als zoon van David, de belangrijkste zal zijn: de Koning, de Messias, die Israël vreugde komt brengen en de aarde vol zal maken van vrede en vreugde. Zijn eigen zoon wordt als tweede genoemd, die het volk Israël zal voorbereiden om de Koning te ontvangen: hij zal het licht van Gods beloften laten schijnen over mensen in die in de schaduw van de dood leven en hun de weg van de vrede leren.

De diepste oorzaak van al deze vreugde is, dat God ons door het kind dat op dat moment nog niet geboren is, zijn heil wil schenken, de vergeving van de zonden (Lukas 1:77-78).

 

Foto: Zicht op Ein Karem met de Johannes-de-Doperkerk

Een boodschap van vreugde
Getagd op:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.