Jozef is een timmerman. Eigenlijk wel een raar beroep voor iemand wiens stamboom uitsluitend uit hooggeplaatsten bestaat en teruggaat op mensen als koning David, Abraham, Noach en Adam (Lukas 4:23-38). Zijn werkplaats is in Nazaret in het afgelegen en niet in tel zijnde Galilea. Volgens de overlevering op de plaats waar nu de St. Joseph Church staat. Hij is ondertrouwd met Maria, wier stamboom ook teruggaat op Abraham. Heel in de verte zijn ze neef en nicht. Volgens overlevering is hij wel een stuk ouder dan Maria. Dat zou de reden kunnen zijn, dat we in het bijbelverhaal niet meer over hem horen als Jezus 30 jaar is.

Natuurlijk blijft het voor Jozef  niet verborgen dat Maria zwanger is. Ze zijn ondertrouwd, maar hebben, zoals toen gebruikelijk, nog geen seks met elkaar. Dus wat doet Jozef als hij ontdekt, of van haar hoort, dat ze zwanger is? Hij wil haar niet aan de schandpaal nagelen en besluit om in stilte de verloving te verbreken, zodat ze met de vader van het kind kan trouwen. Zo doet een “rechtschapen” (rechtvaardig) iemand dat (Matteüs 1:18-19).

Maar zover komt het niet. Want zoals er een engel verscheen aan Maria, zo gebeurt dat ook bij Jozef. De engel  verschijnt hem in een droom. Allereerst om heem gerust te stellen: Maria is hem niet ontrouw geweest; er is geen ander voor haar, Jozef kan rustig met haar trouwen. Snapt Jozef het nu? Waarschijnlijk niet, omdat het niet te begrijpen is, hoe je zwanger kunt worden zonder man. Ook al is door de profeet al eeuwen geleden iets gezegd over een maagd  die zwanger wordt (Jesaja 7:14).

Bovendien krijgt Jozef een opdracht met betrekking tot het kind dat uit Maria geboren zal worden en dat in het gezin van Jozef en Maria zal opgroeien met de kinderen die Jozef en Maria samen nog zullen krijgen. Hij moet het kind een naam geven: Jezus. Een naam met een betekenis. Het is de Griekse uitspraak van de Hebreeuwse naam Yeshua, afkorting van Jehoshua, en betekent: “de redding is van de Heer“, of: “de Heer redt”. En de bijbehorende uitleg is: dit kind zal de mensen redden van hun zonden (Matteüs 1:21).

Het volk Israël voelt zich in die dagen bedreigd in het bestaan. Ooit een volk dat geschapen was om met God te wandelen (Micha 6:8), zijn ze geworden tot een volk dat God kwijt is. Net als alle andere mensen, trouwens (Efeziërs 4:18). Maar voor al die mensen is er hoop; de redding is aanstaande: de Redder komt! Misschien worden niet alle problemen opgelost, maar Hij zal het mogelijk maken om weer met God te wandelen!

 

Foto: St. Joseph Church in Nazareth

Een boodschap van redding
Getagd op:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.