Schildwacht bij een graf

“Elk vak heeft z’n leuke en minder leuke kanten, ook legionair zijn bij de Romeinen. Eén van de minste taken is wachtlopen. Je staat de hele dag of nacht op wacht en er gebeurt niks. Maar vandaag maakte de commandant het wel heel bont: hij zette ons op wacht bij een graf! Ja, hij zou eens weglopen …”

“Maar wat een routineklus leek te worden, werd een nachtmerrie – ik ben er nog steeds confuus van. Opeens was er een aardbeving; tegelijk stond er opeens een enorm sterke kerel, gekleed in stralend witte kleren, die in z’n eentje die grote steen van het graf wegrolde.”

Een leeg graf

“Hij ging niet naar binnen om het lijk te roven. Hij ging gewoon op de steen zitten. Hij wachtte blijkbaar ergens op. Even later kwam er een stel vrouwen, die de dode wilden balsemen. Hij sprak ze aan en zei, dat de dode er niet meer was, omdat hij opgestaan was en op weg was naar Galilea in het noorden van het land. Nou, wij hebben hem er niet uit zien komen, dood noch levend, maar hij was er inderdaad niet meer.”

Gefaald, dubbel betaald

“Wij hadden dus mooi een probleem. Want weliswaar weten we zeker dat niemand hem gestolen heeft, maar het lijk is wel verdwenen.”

“M’n kameraad is het toch maar gaan melden aan de priesters in Jeruzalem. Ik had verwacht, dat die over ons zouden gaan klagen, maar dat gebeurde niet. We kregen zelfs extra betaald! Maar daarvoor moesten we dan wel een leugen vertellen: we zouden in slaap gevallen zijn, terwijl zijn leerlingen het lijk meenamen. Daar hadden we geen zin in, want als de prefect dat zou horen, konden we het verder wel vergeten. Maar ook dat zouden de priesters voor ons in orde maken.”

Fictie

“Maar goed, je weet nu welk verhaal ik je moet vertellen: ze hebben hem gestolen. Maar het is fictie, want ik weet dat het niet waar is. Wat er wel gebeurd is, kan ik je niet vertellen. Maar het verhaal van die witte reus – zou dat nou een engel geweest zijn? – lijkt me het meest waarschijnlijk: opgestaan. Als die engel de steen niet had weggehaald, hadden we het niet eens in de gaten gehad.

Wie was dat nou eigenlijk, over wie wij zo nodig moesten waken?”

Bijbelteksten

Dit verhaal lees je in de Bijbel in Matteüs 27:62-66 en Matteüs 28:11-15

Jezus, degene die uit z’n graf verdwenen was, zegt over zichzelf in Openbaring 1:18:

“Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk.”

 

Foto: Andrea Piacquadio via Pexels

Liefde sterker dan de dood
Getagd op:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.