De opvolging van de profeet
Spoedig nadat Aboe Bakr Mohammed was opgevolgd, braken er problemen uit, die de eenheid en stabiliteit van de nieuwe gemeenschap en natie bedreigden. Verscheidene stammen van Hejaz en Nejd kwamen in opstand tegen de kalief en het nieuwe systeem.
Sommigen weigerden de zakat, de aalmoezen-belasting, te betalen, hoewel ze overigens de religie van Mohammed niet afwezen. Anderen vielen openlijk de Islam af en keerden terug naar hun pre-islamitische godsdienst en gewoonten, die door Mohammed als afgoderij gekwalificeerd waren. Zij claimden dat zij zich onderworpen hadden aan Mohammed maar dat zijn dood hun ontsloeg van hun trouw.
Abu Bakr benadrukte, dat zij zich niet alleen maar aan een leider hadden onderworpen, maar dat ze toegetreden waren tot de moslim religieuze gemeenschap, waarvan hij het nieuwe hoofd was.
Afval van het geloof is een zware overtreding in de traditionele interpretatie van de islamitische wet en Abu Bakr verklaarde de rebellen de oorlog. Dit was het begin van de Ridda-oorlogen, de “Oorlogen tegen de Afval“.
Het zwaarst was de oorlog tegen Ibn Habib al-Hanefi, die bekend stond als “Musailimah“, “de Leugenaar”, die pretendeerde de profeet en Mohammeds ware opvolger te zijn. De moslimgeneraal Khalid bin Walid versloeg al-Hanefi uiteindelijk in de slag bij Akraba.
Lees meer over de Ridda-oorlogen op Wikipedia